![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
---|---|---|---|---|---|
![]() |



Vaccinatie
Konijnen dienen elk jaar te worden gevaccineerd om ze te beschermen tegen twee dodelijke virusinfecties: Myxomatose en VHD (en VHD type 2).
Myxomatose
Myxomatose is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Dit virus wordt overgedragen door stekende insecten (muggen, vliegen en vlooien) maar kan ook via direct contact en via materialen worden overgedragen. Na overdracht van het virus duurt het enkele dagen tot ca. 2 weken voordat het konijn ziek wordt. Er ontstaan verdikkingen aan de oogleden, neus, lippen, oren en onder de staart. Het konijn is rustiger, minder alert, eet minder en valt af, heeft koorts en vaak ook (pussige) ooguitvloeiing. Soms wordt het konijn ook benauwd. Heel veel konijnen overlijden aan de gevolgen van myxomatose, meestal door infecties die optreden als gevolg van de verminderde weerstand van het konijn. Tegen het virus zelf kunnen we niets geven, het konijn wordt behandeld tegen de secundaire infecties en moet worden ondersteund met voeding en vocht.Omdat de ziekte vaak een dodelijke afloop heeft, is preventie erg belangrijk. Vaccinatie speelt hierbij een grote rol, maar ook de bescherming tegen stekende insecten (denk aan een hor, klamboe en vlooienpipetjes) en contact met wilde konijnen.
VHD / RHD
VHD staat voor Viral Hemorrhagic Disease, oftewel Viraal Hemorrhagisch Syndroom. Een andere afkorting die wel gebruikt wordt is RHD (Rabbit Hemorrhagic Disease). Het is een zeer besmettelijke en wederom vaak dodelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Het virus wordt overgedragen via direct contact met wilde konijnen, maar ook via mest, insecten en besmet materiaal (kooien maar ook vers geplukt gras of groenten waar wilde konijnen bij kunnen komen). Binnen 1 tot 3 dagen na besmetting wordt het konijn ziek. Soms verloopt de ziekte zo snel dat het konijn al is overleden voordat er symptomen zijn opgemerkt. In andere gevallen ontstaat er aanvankelijk koorts, opgevolgd door onderkoeling, niet willen eten, sufheid, benauwdheid en soms toevallen. In veel gevallen is er sprake van bloederige schuimige neusuitvloeiing. Doordat de ziekte gepaard gaat met veel pijn kan het dier gaan knarsetanden en zelfs schreeuwen. Het dier overlijdt uiteindelijk meestal binnen 72 uur ten gevolge van bloedingen. Ook voor VHD bestaat helaas geen behandeling. De enige maatregelen die we kunnen treffen om te proberen het konijn te redden zijn symptoombestrijding en ondersteuning. Echter, in vrijwel alle gevallen komt het konijn te overlijden. Preventie tegen deze ziekte bestaat wederom uit de jaarlijkse enting, bescherming tegen insecten en voorkomen van contact met wilde konijnen en materialen waarmee zij in contact kunnen komen.
Nieuw type VHD
Sinds eind 2015 is er een nieuwe variant van VHD in Nederland opgedoken, VHD type 2. Deze variant veroorzaakt net als de eerder genoemde VHD voor acute sterfte onder konijnen. Helaas is uit onderzoek gebleken dat de vaccinatie die standaard in Nederland wordt gebruikt niet tegen dit type werkt. Gelukkig is er sinds kort een wel werkzaam vaccin gekomen. Naast inenten met dit nieuwe vaccin zijn preventieve maatregelen ook belangrijk:
-
Goede persoonlijke hygiëne: handen wassen voor en na contact met uw konijn;
-
Voorkom contact tussen uw schoeisel en uw konijnen als u in gebieden bent geweest waar andere konijnen kunnen komen;
-
Geen gras of groenten van buiten voeren waar wilde konijnen bij kunnen komen (denk ook aan groenten aan moestuintjes);
-
Ruimtes waar mogelijk besmette konijnen zijn geweest goed reinigen met water en zeep en daarna desinfecteren.
Vaccinaties mogen alleen worden gegeven aan gezonde dieren. Mede daarom wordt uw konijn tijdens het bij de vaccinatie horende consult eerst van kop tot staart onderzocht. Daarbij letten we onder andere op het gebit, de voedingstoestand, de vacht, de nagels, voelen we naar de buik en luisteren we naar het hart en de longen. Als het konijn gezond bevonden wordt, dan krijgt hij/zij de vaccinatie toegediend. De vaccinatie voor beide ziektes is een jaar werkzaam, u krijgt een oproep wanneer het weer tijd is voor de volgende enting.
Voeding
De voeding moet uit 3 componenten bestaan:
• Ruwvoer in de vorm van hooi
• Konijnenbrokjes (biks)
• Groenvoer
Hooi is van groot belang voor konijnen, ze moeten hier onbeperkt van kunnen eten. Hooi vormt de belangrijkste bron van vezels, essentieel voor een goede darmwerking, en voor slijtage van de tanden en kiezen. Sommige konijnen willen echter niet goed hooi eten. Dit kan komen omdat ze last hebben van hun tanden en kiezen, maar sommige konijnen vinden het ook gewoon niet zo lekker. Er bestaan veel verschillende typen en smaken hooi (bijv. los verpakt of geperst, met paardenbloem, kruiden of andere toevoegingen), dus probeer eens een andere variant. Kies liever niet voor luzernehooi, omdat hier veel calcium in zit, wat voor onder andere urinewegproblemen kan zorgen. Vers gras is uiteraard ook prima, maar vermijd gras dat is gemaaid omdat dit snel achteruit gaat in kwaliteit. Naast hooi hebben konijnen ook een beetje krachtvoer (konijnenvoer) nodig. We raden sterk aan om brokjes/biks te geven in plaats van gemengd voer. Bij gemengd voer gaan konijnen namelijk selectief eten; dit wil zeggen dat ze er alleen de lekkere dingen uit eten en de gezonde brokjes links laten liggen. Voer wat heel goed is voor konijnen is bijvoorbeeld Science Selective van Supreme. Dit bevat niet alleen alle benodigde voedingsstoffen, maar de meeste konijnen vinden het ook heel erg lekker. Geef uw konijn ca. 20 gram per kilogram lichaamsgewicht, verdeeld over 2 keer per dag. Dit om te voorkomen dat uw konijn te dik wordt en het hooi links laat liggen. Tot slot mogen konijnen ook dagelijks groenvoer, zoals bijvoorbeeld broccoli, wortelloof, andijvie, witlof, paardenbloemblad en boerenkool. Geef niet teveel wortels aangezien hier veel suikers in zitten die daardoor kunnen zorgen voor overgewicht en problemen met het maagdarmkanaal. Hetzelfde geldt voor fruit. Knaag- en likstenen moeten ten allen tijd vermeden worden, aangezien deze veel te veel calcium bevatten en daardoor voor nier- en urinewegproblemen kunnen zorgen.
Voerspel
Konijnen in het wild zijn een groot deel van de dag bezig met eten. Als huisdier krijgen konijnen echter vaak één of twee keer per dag een bakje eten, maar konijnen vinden het vaak leuk om voor hun eten te werken. Het zijn intelligente dieren, dus een voerpuzzel is ideaal! Er zijn verschillende voerpuzzels te verkrijgen (speciaal voor konijnen en knaagdieren, maar ook die van honden en katten zijn vaak geschikt), maar u kunt natuurlijk ook zelf iets maken. Denk bijvoorbeeld aan een toiletrol die aan beide kanten is afgesloten en waar ergens een gat in zit waar het voer uit kan rollen.
Bij ons verkrijgbaar:
- Supreme Science Selective Konijn junior, adult en senior
- Supreme Science Selective Cavia
- Supreme Science Selective Rat
- Supreme Science Selective Timothy Hooi
- Supreme Select Woodland of Meadow Loops (verantwoorde snoepjes)
- Supreme Vetcare+ Dieetvoedingen
- Trovet Rabbit
- Trovet Cavia



Huisvesting
Konijnen kunnen zowel binnen als buiten gehouden worden. Voor beide situaties geldt: ze mogen niet op de tocht staan. Konijnen die buiten gehuisvest zijn moeten bescherming krijgen tegen zon, wind en regen. Tevens is het belangrijk dat de konijnen voldoende bewegingsruimte hebben. Ze moeten rechtop op hun achterpoten kunnen staan en een stukje kunnen rennen, bijvoorbeeld in een grote ren of los (in huis of in de tuin). Het is dan natuurlijk wel van belang dat de konijnen niet aan snoeren kunnen knagen en beschermd worden tegen roofdieren, honden en katten en niet kunnen ontsnappen. Konijnen die samen gehuisvest worden moeten de mogelijkheid krijgen om zich even af te kunnen zonderen van hun maatje. Er bestaan verschillende typen bodembedekking voor in het hok. Belangrijk is dat de bodembedekking niet te stoffig is, omdat konijnen dan last kunnen krijgen van hun luchtwegen.
Vliegen
Met name in de zomer is het belangrijk dat uw konijn beschermd wordt tegen vliegen. Vliegen kunnen namelijk hun eitjes op het konijn leggen met name rondom de anus en de liezen omdat daar nog wel eens ontlasting wil blijven plakken. De larven die uit de vliegeneitjes komen zullen vervolgens het konijn aanvreten (myiasis). Goed schoonhouden van het hok is dus van belang, net als het regelmatig controleren van het konijn op plakkende poep en wonden. Als hulp bij de preventie tegen deze maden kunt u Nomyiasis® gebruiken.
Koppelen
Konijnen zijn groepsdieren en willen dus graag samen met een of meerdere maatjes gehouden worden. De combinatie die meestal het beste werkt is een ram en een voedster. Belangrijk is dan natuurlijk wel dat de konijnen zich niet kunnen voortplanten. Zie voor meer informatie hieronder bij "Castratie & Sterilisatie". Twee jonge of twee oude konijnen gaan ook vaak beter samen dan een ouder en een jong konijn.Twee voedsters samen kan goed gaan, maar dit hoeft niet altijd. Soms ontstaan er problemen zodra ze volwassen worden en hun hormonen op beginnen te spelen. Hierdoor kunnen ze gaan vechten, waardoor ze soms alsnog uit elkaar moeten worden gehaald. Twee rammen samen gaat zelden goed. Uiteraard zijn er uitzonderingen waarbij twee konijnen van hetzelfde geslacht wel goed samen kunnen leven. Belangrijk daarbij is dat ze voldoende ruimte hebben, een goede schuilplek en ook castratie/sterilisatie helpt. Echter, eenmaal vechtende konijnen blijven vaak met elkaar vechten.
Koppelen
Mocht u er een konijntje bij willen nemen, dan is het belangrijk om de twee dieren aan elkaar te koppelen. Dit kunt u zelf doen, maar verschillende opvangcentra kunnen u daarbij helpen. Een idee is om uw huidige konijn mee te nemen, zodat hij of zij zelf een konijn uit kan kiezen. Indien u de dieren zelf wilt koppelen, dan is het belangrijk om de dieren op neutraal terrein met elkaar kennis te laten maken. De dieren mogen niet zonder toezicht bij elkaar gelaten worden. Lees u van tevoren goed in, om de kans op slagen zo groot mogelijk te maken. Zie daarvoor bijvoorbeeld de website van het LICG.
Vriendjes
Konijnen die goed met elkaar op kunnen schieten liggen graag
bij elkaar, wassen elkaar en rennen en spelen met elkaar. Ook vinden
ze steun bij elkaar in geval van ziekte of stress.
Sterilisatie & castratie
Konijnen zijn al op jonge leeftijd geslachtsrijp, namelijk al vanaf een leeftijd tussen de 4 en 8 maanden. We raden aan zowel de mannetjes als de vrouwtjes te castreren of steriliseren. Dit voorkomt ongewenste nestjes, maar verkleint ook de kans op gedragsproblemen (dominant gedrag, vechten, sproeien) en, vooral bij de vrouwtjes, gezondheidsproblemen op latere leeftijd. Veel voedsters die niet gesteriliseerd zijn krijgen op latere leeftijd namelijk last van hun baarmoeder, zoals ontsteking of kanker. Met sterilisatie kan dit voorkomen worden.
Castratie en sterilisatie kan vanaf een leeftijd van 4 maanden worden uitgevoerd.
Op de dag van de operatie brengt u uw konijn(en) 's morgens naar de dierenkliniek. Omdat konijnen niet kunnen braken hoeven zij niet nuchter te zijn voor de operatie. Sterker nog, het is niet gewenst om konijnen nuchter te houden in verband met hun snellere stofwisseling. Voordat we het konijn onder narcose brengen kijken we hem of haar nog even na om er zeker van te zijn dat het dier gezond is en de narcose aan kan. Als het dier gezond wordt bevonden, dan geeft de dierenarts de narcose per injectie waardoor het konijn in slaap valt. Tevens geven we een pijnstiller. Daarna kunnen we aan de slag: het operatiegebied wordt geschoren en schoongemaakt, waarna de operatie kan beginnen. Tijdens de narcose dienen we extra zuurstof en gasnarcose toe en ligt het konijn op een warmtematje om afkoeling te voorkomen. Zodra we klaar zijn met de operatie dienen we een injectie toe die de narcose weer opheft. Het konijn wordt, met warmtematje, in een opnamehokje gelegd. Zodra hij of zij goed wakker is geven we wat dwangvoeding om er zeker van te zijn dat de darmen van het konijn in beweging blijven. Als alles goed gaat, mag hij of zij dezelfde dag weer lekker mee naar huis. U krijgt nog voor een aantal dagen pijnstillers mee om in te geven.
NB. Omdat mannetjes na de operatie nog enkele weken vruchtbaar zijn, is het belangrijk om ze ook na de operatie nog een paar weken gescheiden te houden van het vrouwtje.

Het konijn zit in de opname te wachten tot ze aan de beurt is.

Het konijn wordt gewogen

Het konijn mag rustig en warm bijkomen in het hokje, krijgt nog dwangvoeding toegediend en mag naar huis als ze gekeuteld heeft

Het konijn zit in de opname te wachten tot ze aan de beurt is.