![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
---|---|---|---|---|---|
![]() |



![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
---|---|---|---|---|
![]() | ![]() |
Kat
U kunt op deze pagina de volgende informatie vinden:
• Het kitten
• De oudere kat
• Vaccinatie
• Castratie & Sterilisatie
• Artrose
• Wormen, vlooien & andere parasieten
• Chip
• Voeding
• Gebit & Tandheelkunde
• Buitenland
• Patellaluxatie
De aanschaf

Wanneer u besluit om een kat aan te schaffen, zijn er een aantal zaken om in overweging te nemen. De eerste is natuurlijk of u een volwassen kat of kitten in huis neemt. Ten tweede kunt u beslissen of u een raskat neemt en ten derde of u de kat bij een particuliere / fokker of uit het asiel / bij een stichting haalt.
Wij adviseren om, wanneer u besluit een kitten aan te schaffen, er twee uit hetzelfde nest te nemen. Zo kunnen zij met elkaar spelen en van elkaar kattengedrag leren. De kans dat de kat uw meubilair als speelgoed gaat gebruiken wordt dan verkleind. Daarnaast is het belangrijk om het kitten niet te vroeg van de moeder te scheiden. Van de moederpoes leren de kittens kattengedrag en in het nest kunnen ze nog spelen en stoeien met broertjes en zusjes. Dit is van invloed op de ontwikkeling van de kat. Wij adviseren om de kat tot minimaal 10 weken in het nest te laten, maar mooier zou zijn als zij tot een leeftijd van 12 tot 14 weken blijven. Wanneer de kittens langer in het nest blijven, ligt hier een belangrijke taak voor de fokker. De kittens moeten immers ook gesocialiseerd worden. Op deze socialisatie kunt u verder uitbouwen wanneer het kitten bij u in huis komt. U kunt hierbij denken aan het aanraken en eventueel borstelen, het trainen van de reismand etc.
Overweegt u een raskat in huis te nemen, is het belangrijk om verder te kijken dan het uiterlijk. De rassen verschillen namelijk niet alleen in uiterlijk, maar ook in karakter. Kijk of dit karakter bij u en uw gezin past. Bij langharige kattenrassen is het belangrijk om u te beseffen dat deze een intensievere (vacht)verzorging nodig hebben en eventueel eens in de zoveel tijd naar een kattentrimster moeten. Ook bij raskatten kunnen net als bij rashonden erfelijke ziektes voorkomen, bij de behandeling van deze ziektes kunnen de kosten vaak hoog oplopen. Houdt hier rekening mee wanneer u besluit een raskat te nemen. U kunt hierop selecteren door aan de fokker te vragen of de ouderdieren getest zijn op de bij het ras voorkomende aandoeningen en of zij daar vrij van zijn. Dit geeft natuurlijk geen garantie!
Wanneer u al een kat in huis heeft en u besluit een tweede kat erbij te nemen, is het belangrijk om de "nieuwe" kat goed te introduceren bij de kat die al in huis is. De "oude" kat kan de nieuwe kat namelijk als een indringer van zijn territorium zien. Kattengedragstherapeut Eline Mulder-Greiner waar wij veel mee samenwerken heeft daarom een stappenplan voor de introductie van een nieuwe kat opgesteld:

Vaccinatie
Door middel van vaccinaties (inentingen) worden katten preventief beschermd tegen een aantal besmettelijke ziektes. Voorafgaand aan de vaccinatie wordt uw kat bij ons lichamelijk uitvoerig door de dierenarts onderzocht en wordt samen met U besproken welke vaccinaties voor uw kat raadzaam zijn. Deze verantwoorde aanpak is de reden dat wij de vaccinaties altijd in combinatie met een uitgebreid consult uitvoeren. Welke vaccinaties het beste gegeven kunnen worden, hangt af van de omstandigheden van elke individuele kat. Wij zijn tegen het overmatig/onnodig vaccineren van katten en vaccineren daarom op maat.
De kern van het vaccinatie-programma in onze dierenkliniek bestaat uit de vaccinatie tegen de zeer gevaarlijke ziekte Kattenziekte ( Feline Panleucopenia) en Niesziekte (Calicivirus en Herpesvirus).
Naast de kern-vaccinaties kan er aanvullend worden gevaccineerd tegen een aantal andere ziektes, zoals bijvoorbeeld Rabiës (Hondsdolheid), Chlamydia of Bordetella (Niesziekte-varianten).
Kittens worden meestal 2x gevaccineerd op 9 en 12 weken leeftijd (zie schema). Onder bepaalde omstandigheden kan een derde vaccinatie op 15 weken leeftijd verstandig zijn. Op 1 jaar leeftijd wordt de vaccinatie tegen de kern-ziektes herhaald.
Om de afweer goed op niveau te houden, moet de vaccinatie bij volwassen katten regelmatig herhaald worden. Dit geldt ook voor binnenkatten. Op welke momenten in het leven dat het verstandigst is, kan per individu verschillen.
Vaccineren op maat en titer-bepaling
In het verleden werd aangeraden om elke kat elk jaar te vaccineren met de volledige cocktail-vaccinatie tegen de kern-ziektes Kattenziekte (Feline Panleucopenia) en Niesziekte.
Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat de weerstand tegen deze kern-ziektes na een correcte start van het vaccinatie-programma bij veel katten veel langer dan 1 jaar aanhoudt. De weerstand tegen Kattenziekte houdt meestal zelfs langer dan 3 jaar aan. Vanaf het tweede levensjaar is het jaarlijks blijven herhalen van de vaccinatie tegen Kattenziekte dus helemaal niet nodig! Het door ons gebruikte vaccin tegen Niesziekte kan ook 3 jaar weerstand geven, maar in veel gevallen is het toch verstandig om deze vaccinatie eerder te herhalen; Denk bijvoorbeeld aan katten die naar een pension gaan, met veel andere katten in aanraking komen of reeds drager zijn van het Calici-virus (bij de laatste groep wordt de verspreiding van het virus geremd door jaarlijks te vaccineren). Er is terecht steeds meer aandacht voor eventuele bijwerkingen van overmatig vaccineren en daarom raden wij dus niet aan om elke kat zomaar elk jaar de volledige cocktailvaccinatie te geven.
Wij adviseren om na de correcte basis-vaccinaties (afhankelijk van de leeftijd bestaat dit uit 2 of 3x vaccineren met een aantal weken ertussen en de boostervaccinatie op 1 jaar leeftijd ) vanaf het tweede levensjaar per individu te bepalen of het nodig is om opnieuw te vaccineren en zoja, tegen welke ziekteverwekkers. Wij doen dit op basis van het jaarlijkse lichamelijk onderzoek, de leefomstandigheden van de kat en de plannen voor de nabije toekomst. Het mooiste is om door middel van een titer-bepaling vast te stellen of de weerstand tegen Katten- en Niesziekte ( Calicivirus en Herpesvirus) nog voldoende hoog is.
Door middel van deze titer-bepaling kan bepaald worden of het nodig is om de vaccinatie tegen de 3 kernziektes al te herhalen, of dat langer wachten verantwoord en dus wenselijk is. Mocht de afweer nog voldoende zijn, dan hoeft er niet te worden gevaccineerd. Als de afweer te laag geworden is, dan kan wel direct worden gevaccineerd.
De titer-bepaling kunnen wij zelf in het laboratorium van onze kliniek door middel van een klein bloedonderzoek uitvoeren.
De noodzakelijkheid van vaccinaties tegen andere ziektes zoals Rabiës (Hondsdolheid), Chlamydia of Bordetella ( Niesziekte-variant) hangt ook af van de leefomstandigheden van de individuele kat. Zo is vaccinatie tegen Rabiës verplicht bij een reis naar het buitenland en eisen sommige pensions de aanvullende vaccinatie tegen Bordetella.
Het kitten
Vaccinatie & Ontworming
Kittens moeten meerdere keren worden ontwormd en gevaccineerd. Wij hanteren het volgende schema:
-
3 weken leeftijd: ontworming
-
5 weken leeftijd: ontworming
-
7 weken leeftijd: ontworming
-
9 weken leeftijd: vaccinatie tegen kattenziekte en niesziekte
-
11 weken leeftijd: ontworming
-
12 weken leeftijd: vaccinatie tegen kattenziekte en niesziekte
-
15 weken leeftijd: ontworming
-
19 weken leeftijd: ontworming
-
23 weken leeftijd: ontworming
Vanaf een leeftijd van 6 maanden is het raadzaam om elke kat, afhankelijk van de leefomstandigheden maandelijks, 2x of 4x per jaar te ontwormen (wij hanteren de richtlijnen van de Esccap) en jaarlijks te vaccineren.
Gedrag: socialisatie, spelen en training
Socialisatie is het leren omgaan met nieuwe prikkels, dit kunnen mensen, dieren of dingen zijn. Hoewel katten hun hele leven blijven leren, zijn er vroeg in het leven periodes waarin ze meer openstaan voor nieuwe dingen, dit heeft er ook mee te maken dat ze nog geen (negatieve) ervaringen hebben opgedaan. Bij katten wordt onderscheid gemaakt tussen de 1e en 2e socialisatieperiode. De 1e is van 3-7 weken en de 2e van 8-16 weken.
Tijdens de eerste socialisatieperiode leren kittens wat soortgenoten zijn en maken ze kennis met de prikkels in en om het nest. In die periode is het belangrijk dat ze door mensen opgepakt worden. De tweede socialisatieperiode staat in het teken van sociaal spel en daarin leren katten o.a. waar de grenzen liggen in hun spel. Het is dus belangrijk dat de kat positieve ervaringen opdoet met nieuwe prikkels.
Veel mensen denken dat katten niet te trainen zijn, niets is minder waar. Het zal echter soms wel wat meer geduld vergen dan bijvoorbeeld het trainen van een hond. Door uit te proberen wat de kat een écht lekkere beloning vindt en deze vervolgens te gebruiken tijdens trainingssessies kunt u uw kat gemotiveerd houden. Daarnaast kunt u gebruik maken van een target en eventueel een clicker. Zo kunt u bijvoorbeeld leren dat uw kat door het volgen van de target zelf zijn reismand in loopt. Dit voorkomt stress doordat u de kat moet oppakken.
In de natuur zijn katten veel bezig met het zoeken en vangen van voedsel, daardoor eten zij kleine beetjes op een dag. Onze huiskatten krijgen hun bakje eten voorgeschoteld, soms in maaltijden, soms staat er de hele dag door eten klaar. Een van de redenen van overgewicht bij de katten is het te veel aan voeding binnen krijgen en het te weinig verbruiken van energie. Ongewenst gedrag kan ontstaan uit frustratie om het niet kunnen uiten van natuurlijk jaaggedrag. Daarom is het belangrijk om met de kat te spelen om in deze behoefte te voldoen. Om in de behoefte van het op meerdere keren per dag eten van kleine beetjes te voldoen kunt u het eten van de kat aanbieden in voerpuzzels. Op die manier is de kat langer bezig met het verkrijgen van het voedsel en raakt hij eerder verzadigd. Dit voorkomt overeten van de kat. Ook is de kat mentaal bevredigd, hij moet immers nadenken hoe hij het voedsel uit de puzzels krijgt. Dit maakt de kat blijer.
Meer informatie over training en spel vindt u op de website van het LICG.
In de volgende handout van kattengedragstherapeut Eline Mulder-Greiner vindt u tips om uw kat aan
een kattenvervoersmand te laten wennen.
Voeding
Goede voeding is essentieel voor een goede ontwikkeling en groei. U kunt onze assistente of dierenarts om advies vragen.
Lees meer...
Identificatie chip
Chippen vergroot de kans op terugkeer bij vermissing en dat is ook in Amsterdam geen overbodige luxe. Verder is de chip verplicht bij reizen naar het buitenland en voor de verzekering.
Lees meer over de chip bij katten...
Verzekering
U kunt uw kat verzekeren voor ziektekosten. Dit kan later flink schelen in de ziektekosten. Indien u met een kitten of jonge kat op de jaarlijkse gezondheidscontrole afspraak komt, kunnen wij u een maand gratis verzekering van Figo aanbieden. Uw dier is gelijk verzekerd, dus mocht de kat in die maand ziek worden, dan worden de kosten (basispakket) vergoed. Besluit u om de verzekering aan te houden, dan vervalt uw maand wachttijd.
Naast Figo hebben wij ook goede ervaringen met de verzekeringen van Ohra
Kastratie & Sterilisatie
Indien U niet wilt fokken met uw kat, is het verstandig om deze te laten castreren / steriliseren op een leeftijd van ongeveer 6 maanden.
Lees meer...

De oudere kat
Net zoals mensen worden katten tegenwoordig een stuk ouder dan vroeger. En net zoals oudere mensen, hebben ook oudere katten speciale zorg en voeding nodig om een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te behouden.
Veel oudere katten krijgen last van gebitsproblemen en artrose (gewrichtslijtage). Ook schildklierproblemen, hartproblemen, nierproblemen en tumoren komen vaak voor. Hoe eerder deze ziektes vastgesteld worden, hoe meer er aan gedaan kan worden om het leven te verlengen en de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden. Wij raden daarom aan om oudere katten 2x per jaar grondig te laten onderzoeken en minimaal 1x per jaar bloedonderzoek te laten verrichten, waarbij de belangrijkste organen worden gecontroleerd. Op deze manier kunnen we tijdig ingrijpen bij afwijkingen en daardoor vaak grotere problemen voorkomen.
Verschijnselen om extra op te letten bij oudere katten zijn gewichtsverlies, meer drinken en plassen,
afgenomen of juist toegenomen eetlust, veel slapen of juist hyperactiviteit, meer miauwen, braken,
strammer lopen en minder springen.
Vanaf een leeftijd van 7 jaar wordt een senior-dieet geadviseerd.

Het gebit
Bij kittens komen de tanden door vanaf 2 weken leeftijd. Tussen de 3 en 7 maanden leeftijd worden de melktanden gewisseld en krijgt de kat het definitieve gebit. Dit bestaat uit 30 gebitselementen.
Gebitsproblemen
Vrijwel alle katten krijgen helaas te maken met gebitsproblemen, soms zelfs al op jonge leeftijd. Hoewel er veel oorzaken kunnen zijn voor gebitsproblemen (standsafwijkingen, afbreken van elementen bij ongelukken, ontstekingen of tumoren in de bek), worden de meeste problemen bij katten veroorzaakt door de vorming van tandsteen of door tandresorptie (zie hieronder).
Verschijnselen die kunnen opvallen bij een gebitsprobleem zijn o.a. stank uit de bek, verminderde eetlust, gewichtsverlies, minder speelsheid, pijn, sloomheid, bloedingen en ontstekingen. Als er niet tijdig een behandeling wordt gestart kunnen tanden en kiezen verloren gaan en kunnen er door uitzaaiende bacteriën ook in andere organen (bijvoorbeeld nieren en hart) problemen ontstaan.
Om een gebitsprobleem op te lossen moet eerst een diagnose worden gesteld. Dit gebeurt door onder algehele narcose het gebit te reinigen en grondig te onderzoeken. Röntgenfoto’s leveren extra informatie en soms is bloedonderzoek nodig om een onderliggende oorzaak aan te tonen (bijvoorbeeld een nierziekte, suikerziekte of een virusinfectie zoals FIV/FeLV).
Tandresorptie (voorheen FORL of tandhalslaesies)
Bij deze aandoening ontstaan er beschadigingen aan de gebitselementen (meestal de kiezen) op de overgang van de wortels naar de kroon. De oorzaak van deze beschadigingen is ondanks veel onderzoek helaas nog niet helemaal duidelijk. Tandresorptie is een progressieve aandoening, dat wil zeggen dat het steeds erger wordt. De beschadigingen worden steeds dieper en ook is de kans groot dat er steeds meer kiezen aangetast zullen worden. Wanneer niet tijdig wordt ingegrepen zullen de elementen op den duur afbreken, waarbij er vaak chronische problemen en pijn blijven bestaan door de restanten van de wortels.
Verschijnselen
Bij sommige katten treedt tandresorptie op zonder dat dit meteen klachten lijkt te geven.
Meestal echter krijgen katten met tandresoprtie wel gezondheids- en welzijnsproblemen.
Klachten die kunnen optreden zijn pijn, speekselen, slechter eten, gewichtsverlies,
depressie en stank uit de bek. Vaak is het tandvlees rond de aangetaste gebitselementen ontstoken.
Diagnose
Het vaststellen van tandresoptie is soms mogelijk bij een wakkere kat tijdens een inspectie van het gebit. Vaak is het echter nodig om dentale röntgenfoto’s te maken om te zien welke elementen zijn aangetast en hoe ernstig de aantasting is.
Behandeling
Eenmaal aangetaste gebitselementen zijn helaas niet meer te redden. De enige behandeling die de klachten verhelpt is het onder narcose extraheren (“trekken”) van de aangetaste kiezen. Een enkele keer is het zelfs nodig om alle kiezen te extraheren.
Het is verder nog niet helemaal duidelijk wat er preventief kan worden gedaan om aantasting van de overige elementen te voorkomen. Wel is het zinvol om het gebit zo gezond mogelijk te houden door tandplak en tandsteen tegen te gaan en het gebit met regelmaat te controleren.
Preventie
Tandenpoetsen
Net zoals bij ons wordt er dagelijks een laagje tandplaque gevormd op de tanden en kiezen welke we, zelfs twee x per dag, verwijderen met de tandenborstel.
Het mechanisch verwijderen van de plaque is de meest doeltreffende manier om verdere gebitsproblemen te voorkomen in de toekomst.
In het kader van de preventie staat tanden poetsen dan ook op nummer 1.
Het beste is om dit aan te leren vanaf pup of kitten, maar ook dieren die al wat ouder zijn kunnen het nog aangeleerd krijgen! Voor zowel het jonge dier als het wat oudere is het wel van belang het tandenpoetsen langzaam opgebouwd wordt.
Voor katten kan het erg fijn zijn om een speciale kattentandenborstel aan te schaffen welke gevormd is naar de bek van een kat.
Mocht u hier meer informatie over willen ontvangen is het maken van een vrijblijvende afspraak bij onze ervaren paraveterinair mogelijk. Daarnaast kan de paraveterinair u ook op weg helpen met aanleren van het tanden poetsen bij uw kat.
Wij verkopen in de praktijk speciale tandpasta en tandenborstels voor hond en kat.
Royal Canin Dental brokken
In een enkel geval zien we dat bij sommige honden en katten het tandenpoetsen aanleren niet lukt,
ondanks met geduld en eventuele begeleiding. Er is dan nog een optie om uw huisdier
Royal Canin Veterinary Diet brokken te geven.
De brokken hebben een speciale structuur waardoor bij het kauwen het
mechanisch verwijderen van de tandplaque door de tandenborstel wordt
nagebootst. Dit voer is wetenschappelijk bewezen en heeft goede resultaten.
Uiteraard is het advies om daarnaast geen
natvoer te geven en/of de brokken zachter of kleiner te maken met water.
Regelmatige controle
Wij adviseren een regelmatige controle, dit kan bij 1 van onze paraveterinairen. Hierdoor kunnen
we een langdurige behandeling onder narcose voor zijn.
Twijfelt u over de conditie van het gebit van uw kat? Schroom dan niet om contact op te nemen!






Artrose
Bijna elke oudere kat krijgt op den duur last van artrose (gewrichtslijtage). Bij artrose treden er veranderingen op aan het kraakbeen en bot van de gewrichten, waardoor bewegen steeds pijnlijker wordt.
Verschijnselen van artrose zijn bijvoorbeeld stijfheid, langzamer lopen,
minder goed kunnen springen en minder activiteit vertonen.
Artrose ontstaat meestal bij wat oudere katten, maar kan ook eerder
optreden na bijvoorbeeld een ongeluk.
Wanneer er niet wordt ingegrepen, worden de pijnklachten steeds erger.
Door een aantal maatregelen kan de pijn gelukkig sterk verminderd worden
en kan de kwalitiet van leven sterk toenemen.
Maatregelen bij artrose kunnen afhankelijk van de ernst bestaan uit:
-
Speciale voeding: Royal Canin Mobility
-
Voedingssupplement Flexadin
-
Voorkómen van overgewicht
-
Ontstekingsremmers / pijnstillers voor katten
-
Solensia injectie

De Solensia injectie is in 2021 nieuw op de markt gekomen en remt de overdracht van pijnprikkels uit het gewricht aan de zenuwcellen. Op die manier wordt de vicieuze cirkel doorbroken en zal de hond minder pijn ervaren. Solensia is een injectie welke onder de huid wordt toegediend (net als bij een vaccinatie) en moet maandelijks herhaald worden. Na 2 maanden wordt het maximale resultaat bereikt. Solensia kan veilig worden gegeven, het is geen belasting op de organen zoals dat bij NSAID's wel zo kan zijn.
Sterilisatie en castratie
Sterilisatie
Als U zeker geen nestje wilt met een poes, is het verstandig om haar te laten steriliseren. Bij poezen die in contact kunnen komen met niet-gecastreerde katers, is het verstandig om dit uiterlijk op 6 maanden leeftijd te doen. Uiteraard is sterilisatie op latere leeftijd ook mogelijk.
Naast het voorkómen van ongewenste nestjes en krols gedrag, verkleint de sterilisatie ook de kans op borstkanker en baarmoederproblemen op latere leeftijd.
Poezen kunnen binnen een paar uur na de operatie al weer naar huis.
Castratie
Om sproeien (plassen in huis om het territorium af te bakenen) te voorkomen is het verstandig jonge katers te castreren. Deze ingreep wordt meestal uitgevoerd op een leeftijd van 6 tot 7 maanden, maar kan ook eerder wanneer een jonge kater eerder begint te sproeien.
Omdat de castratie een kleine ingreep is, kunnen de katers een uur na het brengen al weer mee naar huis.

De poes wordt ´s ochtends gebracht en wacht in een opnamehokje met water en een kattenbak tot ze aan de beurt is. Dan wordt ze gewogen, het hart geluisterd en met een injectie onder narcose gebracht. Op de foto wordt ze geìntubeerd om de beademing te monitoren en zuurstof en eventueel gasnarcose toe te dienen

De poes is geintubeerd en krijgt door middel van de slang zuurstof toegediend. Het klemmetje op de tong meet de hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed

De poes krijgt een injectie om de narcose op te heffen, zodra ze een slikreflex heeft mag de tube verwijderd worden en mag ze rustig en warm bijkomen in een opnamehokje

De poes wordt ´s ochtends gebracht en wacht in een opnamehokje met water en een kattenbak tot ze aan de beurt is. Dan wordt ze gewogen, het hart geluisterd en met een injectie onder narcose gebracht. Op de foto wordt ze geìntubeerd om de beademing te monitoren en zuurstof en eventueel gasnarcose toe te dienen
Parasieten

Vlooien
Vlooien veroorzaken klachten van jeuk tot heftige allergische reacties. Vlooien worden effectief behandeld door
1x per maand Stronghold of de halfjaarlijkse program-injectie.
Wormen
Doordat de eitjes van spoelwormen zich overal overal bevinden ( in de grond, in de aarde, in zandbakken en op straat), komen besmettingen met wormen vaak voor bij katten (ook bij binnenkatten!). Spoelwormen veroorzaken ziektes bij zowel huisdieren als kinderen! Daarom is het verstandig om uw volwassen kat 4x per jaar te ontwormen. Jonge katten moeten vaker ontwormd worden. Het ontwormings-schema voor kittens vindt U bij de kitten-informatie.
Via vlooien of door het eten van bijvoorbeeld muizen, kunnen katten ook besmet worden met lintwormen.
Meestal zijn bij een lintwormbesmetting kleine stukjes (‘rijstkorrels’) onder de staart of in de ontlasting te zien.
In het buitenand komen meer gevaarlijke worm-infectis voor, zoals infecties met hartworm en
de vossenlintworm.
Spoelwormen en hartworm worden effectief behandeld met milbemax-tabletten of stronghold pipetjes.
Lintwormen worden effectief behandeld met milbemax-tabletten.
Mijten
De mijt die de meeste klachten veroorzaakt in Nederland is de oormijt; De oormijt veroorzaakt een
heftige oorontsteking.
Teken
Katten die buiten komen, lopen risico op teken. Katten zijn gelukkig veel minder gevoelig voor de ziektes
die teken kunnen overbrengen dan mensen en honden. Teken kunnen met behulp van een tekentang
veilig worden verwijderd.



Identificatiechip
De chip is de meest betrouwbare manier om een dier te kunnen identificeren. Chippen was al verplicht wanneer uw hond of kat mee ging naar het buitenland en wanneer U een ziektekosten-verzekering wilde afsluiten. Sinds april 2013 is het echter sowieso verplicht geworden om alle honden die er Nederland bijkomen te laten chippen en registreren. Dit houdt ten eerste in dat alle honden die worden geïmporteerd uit het buitenland reeds gechipt moeten zijn en binnen 2 weken in Nederland geregistreerd moeten worden. Ten tweede moeten alle pups die na 1 april 2013 geboren zijn in Nederland, binnen 7 weken na de geboorte gechipt worden en binnen 8 weken na de geboorte geregistreerd worden bij een databank.
Voor meer informatie, zie de website van het LICG.
Naast deze verplichtingen, is het ook gewoon heel verstandig en veilig om uw huisdier te laten chippen. Chippen vergroot de kans namelijk enorm dat U uw huisdier weer terugkrijgt na vermissing.
Bij hond, kat en fret wordt de chip (ter grote van een flinke rijstkorrel) door middel van een injectie onder de huid bij de schouderbladen ingebracht.
Ook vogels kunnen een chip krijgen. Dit is bij vogels zonder vaste voetring de enige officiële manier om ze te kunnen identificeren.
Voor vogels en erg kleine/jonge dieren gebruiken wij een nieuwe, extra kleine chip; Hierdoor is het ongemak voor de patient kleiner bij het inbrengen.
Indien U alleen voor het chippen komt, worden er verder geen consult-kosten gerekend.
Op reis buitenland
Wanneer U uw huisdier meeneemt naar het buitenland, moet U van tevoren een aantal zaken geregeld hebben. Per land kunnen de regels verschillen.
Voor de meeste landen binnen de EU wordt geëist dat uw huisdier
-
Een officieel Europees dierenpaspoort heeft
-
Gevaccineerd is tegen rabiës (hondsdolheid)
-
Een chip of goed leesbare tatoeage heeft
Sommige andere landen eisen stellen echter meer eisen, deze eisen staan overzichtelijk op de website van het LICG
Vraag ons tijdig om advies bij reisplannen, want voor sommige landen moeten de voorbereidingen reeds 8 maanden van te voren worden gestart!
Vergeet ook niet om uw huisdier extra te beschermen tegen schadelijke parasieten (teken, wormen, Leishmania; lees meer over parasieten bij hond en kat). Ook hiervoor kunt U bij ons terecht voor advies.
Voeding
Een optimale voeding is erg belangrijk voor de gezondheid van uw huisdier. Goede voeding speelt een belangrijke rol bij
het voorkómen of behandelen van lichamelijke problemen.
Vanwege de hoge kwaliteit adviseren wij om uw gezonde huisdier voeding van Royal Canin of Hill's Vetessentials te geven.
Voor veel ziektes bestaat er speciale ondersteunende voeding. U kunt hierover informatie krijgen van de dierenarts.
Bij ons verkrijgbaar zijn:
Royal Canin Veterinary Care Nutrition: onderhoudsvoeding voor kitten, volwassen kat en oudere kat
Royal Canin Veterinary Diet: dieetvoedingen in te zetten bij diverse ziektes
Hill's Vetessentials: onderhoudsvoeding voor kitten, volwassen kat en oudere kat
Hill's Youthfull Vitality: onderhoudsvoeding speciaal samengesteld voor de oudere kat
Hill's Prescription Diet: dieetvoedingen in te zetten bij diverse ziektes




Patella luxatie / losse knieschijf
Algemeen
De patella, oftewel de knieschijf, is een stukje bot dat vast ligt in de kniepees. Tijdens het strekken en buigen van de knie glijdt de knieschijf bij gezonde dieren door een kraakbeengootje, de trochlea, aan de voorzijde van de knie. Bij dieren met een patellaluxatie schiet de patella afhankelijk van de ernst van de aandoening af en toe uit deze groeve of ligt de patella continu buiten de groeve. Door de afwijkende belasting van het knie-gewricht en het over de rand van de trochlea schuren door de knieschijf treedt er steeds meer slijtage op in de knie.
Patellaluxatie is meestal het gevolg van erfelijke aanleg, maar kan ook door bijvoorbeeld een ongeluk veroorzaakt worden. De patellaluxatie treedt het meest op bij kleine hondenrassen zoals chihuahua’s en kleine terriërs, alsook bij bepaalde raskatten zoals bijvoorbeeld de Abessijn en Maine Coon. Echter ook grotere honden en niet-raskatten kunnen een patellaluxatie hebben. Omdat de patellaluxatie meestal erfelijk is, is het af te raden om te fokken met dieren met patellaluxatie.
Patellaluxatie komt voor in 4 verschillende gradaties, waabij graad 1 het minst ernstig is.
-
Graad 1: De knieschijf ligt in principe netjes in de groeve, maar kan er wel uitgeduwd worden.
-
Graad 2: De knieschijf schiet geregeld spontaan uit de groeve.
-
Graad 3: De knieschijf ligt continu buiten de groeve, maar is wel tijdelijk terug te duwen.
-
Graad 4: De knieschijf ligt continu buiten de groeve en is niet meer terug te duwen.
Symptomen
De verschijnselen van de patellaluxatie hangen af van de gradatie van de patellaluxatie. Graad 1 geeft vaak nauwelijks klachten, graad 2 geeft op jongere leeftijd vaak een wisselende kreupelheid ( en op latere leeftijd vaak continu klachten t.g.v. slijtage/arthrose van de knie). Dieren met een graad 3 of 4 patellaluxatie lopen continu kreupel/afwijkend.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door lichamelijk onderzoek door de dierenarts, soms in combinatie met röntgenfoto’s.
Behandeling
De behandeling van een patellaluxatie bestaat uit een orthopedische operatie die er op gericht is om de knieschijf op de juiste wijze door de groeve te laten glijden. Dit wordt meestal bereikt door o.a. de groeve dieper te maken en de aanhechtingsplaats van de kniepees op het scheenbaan te verplaatsen. De prognose is het beste als de ingreep op relatief jonge leeftijd wordt uitgevoerd, omdat er dan nog de minste slijtage is opgetreden.
De prognose na de ingreep is over het algemeen erg goed.

Linker afbeelding: De patella ligt normaal in de groeve
Rechter afbeelding: De knieschijf ligt buiten de groeve (patellaluxatie)